Beleving Toen en Nu – Een Waarschuwing voor Ouders

Geschreven door Johan Staal op . Geplaatst in Columns

 

Ook dit seizoen mocht ik weer meewerken aan de voetbalbijlages voor drie verschillende kranten. Dertig bijdrages zijn het uiteindelijk geworden, en opvallend vaak kwam daarin één onderwerp terug: de beleving van de jeugd. Een thema dat de laatste jaren steeds vaker ter sprake komt, en terecht. Want wie langs de lijn staat of in een kleedkamer rondloopt, weet: de manier waarop jonge voetballers hun sport beleven, is simpelweg niet meer wat het ooit was.



johan 2


Vroeger,en ja, dat klinkt ouderwets, was voetbal voor veel kinderen hét middelpunt van hun week. De bal ging mee naar school,en zelfs regen of wind hield je niet tegen. Je trainde, speelde, verloor, won, en stond daarna alweer te trappelen voor de volgende wedstrijd. Tegenwoordig lijkt dat enthousiasme bij een groot deel van de jeugd langzaam te verdampen. Niet omdat ze niet van voetbal houden, maar omdat er zóveel andere dingen lonken. Telefoons, games, sociale media, vrienden, bijbaantjes,de concurrentie om hun aandacht is enorm. Als trainer kun je daar van alles van vinden, maar één ding is zeker: je moet ermee dealen. Doe je dat niet, dan wordt het misschien tijd voor een andere hobby. Want de jeugd van nu vraagt iets anders dan de jeugd van toen. De motivatie is fragieler, de prikkels talrijker. Wie blijft hangen in het idee dat “vroeger alles beter was”, komt van een koude kermis thuis.

Sprookjes bestaan niet

Gisteren sprak ik nog een ouder. Een betrokken vader, enthousiast, oprecht geïnteresseerd in de ontwikkeling van zijn kinderen en hun team. Maar hij geloofde nog een beetje in sprookjes. Hij dacht dat zijn zoons, nu nog fanatieke spelers, over vier of acht jaar nog precies dezelfde gedreven voetballer zou zijn als nu. Dat zijn teamgenoten net zo trouw zouden blijven aan het spelletje. Dat de huidige passie vanzelf wel overeind bleef. Ik begrijp dat. Iedere ouder wil dat graag geloven. Dat uitgerekend zijn of haar kind bij de uitzonderingen hoort, bij die kleine groep die het wél blijft doen, wél blijft trainen, wél de discipline heeft om er iets van te maken. Alleen: de realiteit is weerbarstig. De cijfers, de verhalen van trainers, en vooral de praktijk op de velden laten iets anders zien.

Van talent naar terras

Ik heb in de loop der jaren genoeg talenten zien komen en gaan. Ploegen vol talent, jongens en meiden met flair, inzicht, techniek, kortom: potentie. En toch, zodra ze de overstap maakten naar de senioren, ging het vaak mis. Het bier, de stapavonden, de bijbaantjes, de studie, de relaties ,allemaal kregen ze ineens prioriteit boven het voetbal. Dat is geen oordeel, het is een constatering. De beleving verandert. Waar voetbal ooit vanzelfsprekend was, wordt het ineens een activiteit tussen andere dingen door. “Als ik tijd heb, speel ik wel.” En dan is het lastig om de motivatie en discipline van weleer vast te houden. De ouder die ik sprak, zei dat de teams bij hun club misschien wel de uitzondering vormden. Dat bij hun jeugd de motivatie wél hoog bleef. Mijn antwoord was kort maar eerlijk: “Dat dacht ik vroeger ook.” Ik zou moeiteloos meerdere teams kunnen samenstellen van spelers die ooit de sterren van de toekomst leken, maar uiteindelijk verzopen in bier, stappen en andere prioriteiten. Het klinkt hard, maar het is de realiteit. En die realiteit moeten we als trainers, ouders en clubs onder ogen zien.

De top drie is veranderd

Bij veel jonge spelers staat voetbal simpelweg niet meer in de top drie van vrijetijdsbestedingen. Waar het ooit bovenaan stond, moet het nu concurreren met TikTok, Netflix en PlayStation. Dat is geen verwijt aan de jeugd ,het is hun wereld, hun tijdperk. Maar het vraagt van ons als volwassenen wel dat we realistisch blijven. Dat we niet blijven hangen in het idee dat de jeugd “vroeger meer wilde” of dat het “nu allemaal gemakzuchtig is”. Het gaat erom dat de context veranderd is. En wie de jeugd wil bereiken, moet die context begrijpen.

Ouders met dromen

De ouder die ik sprak, bedoelde het goed. Net als zovelen ziet hij het potentieel van zijn kind en hoopt hij dat dat talent wordt omgezet in een mooie voetbalcarrière, of op zijn minst in jarenlang plezier op het veld. En dat is prachtig. Maar hoop mag niet ontaarden in blindheid. Want wie niet wil zien dat de beleving van de jeugd anders is dan 25 jaar geleden, loopt het risico tegen een fikse teleurstelling aan te lopen. De grootste fout die ouders kunnen maken, is denken dat hún kind , of het team van hún kind ,de uitzondering is. Dat het enthousiasme en de discipline vanzelf blijven. Dat ze “gewoon moeten doorgaan”. Terwijl het in werkelijkheid steeds meer vraagt van trainers, clubs én ouders om die motivatie levend te houden.

De realiteit

Heel eerlijk? Iedere ouder zou willen dat zijn kind tot die uitzonderingen behoort. Dat het de liefde voor het spel behoudt, ook als de wereld verandert. Maar de realiteit is anders. En die realiteit vraagt niet om klagen, maar om begrijpen. Niet om verwijten, maar om begeleiding. We moeten accepteren dat voetbal tegenwoordig slechts één van de vele keuzes is. En dat trainers en ouders vooral moeten bijdragen aan elementen die de jeugd nog wél raken.